Titel: De verdwenen menora
Auteur: Jan Terlouw en Sanne Terlouw
Uitgeverij De Kring (www.uitgeverijdekring.nl)
Het verhaal
Een priester wordt vermoord in de kathedraal van Den Bosch. In zijn huis wordt het lichaam van zijn eveneens vermoorde huishoudster gevonden. Ben, de zoon van de priester en Simone, de dochter van de huishoudster slaan de handen ineen op zoek naar het antwoord op de vraag waarom hun ouders werden gedood. Het eerste onderzoek wijst op een oud document waarin het lot van de menora uit de tempel van Jeruzalem wordt beschreven. De speurders gaan verder waar de politie zonder echte aanwijzingen is blijven steken. Er lijken twee partijen in het spel te zijn, een joodse beweging die herbouw van de tempel voor ogen staat en een katholieke splintergroepering met anti-joodse instelling. Lukt het Ben en Simone om het spoor van de menora te volgen nadat deze door de Romeinen naar Rome werd gebracht en komen ze er dan ook achter wie verantwoordelijk is voor de moorden of zullen ze het volgende slachtoffer zijn?
Bijbelse connectie
Het boek De verdwenen menora heeft een relatie met de tempelschatten, de verwoesting van de tempel van Jeruzalem, de breuk tussen joden en christenen en de herbouw van de tempel.
Tijdens de exodus uit Egypte werd Mozes door God zelf geïnstrueerd over een te bouwen heiligdom en de voorwerpen hierin. Eén van deze voorwerpen was de menora, een gouden kandelaar met een schacht en zes armen, drie aan iedere kant. Ten tijde van Mozes diende een tent als heiligdom. Koning Salomo bouwde als eerste een stenen tempel, in Jeruzalem. Deze tempel werd verwoest door de Babyloniërs en de joden werden in gevangenschap afgevoerd. Nadat ze bevrijd waren door de Perzen en mochten terugkeren naar hun land, werd een tweede tempel gebouwd. Deze tempel werd door koning Herodes verder uitgebouwd en in 70 na Christus verwoest door de Romeinen als antwoord op de joodse opstand. De Romeinen haalden de tempel leeg en vervoerden de schatten, waaronder de menora, naar Rome. Hier werden ze eerst in een triomftocht aan het volk getoond en daarna tentoongesteld in een speciaal gebouw. De triomftocht werd uitgebeeld op de boog van Titus, die nog steeds te zien is in Rome.
De eerste christenen waren joden die trouw bleven aan de joodse wetten. Steeds meer christenen hadden echter een andere achtergrond en de frictie tussen joden en christenen nam steeds meer toe. In Handelingen lezen we dat de christelijke leider Stefanus voor de hogepriester moet verschijnen vanwege een klacht over godslastering. In zijn weerwoord vertelt Stefanus dat de joden een fout hebben begaan door Jezus niet als messias te erkennen en erger nog, door Hem te laten veroordelen en kruisigen. Op last van de hogepriester werd Stefanus tot dood door steniging veroordeeld en ging zo de geschiedenis in als eerste christelijke martelaar. In de navolgende eeuwen werd de kloof alleen maar groter; beide partijen veroordeelden elkaar. De joodse gemeenschap kreeg de boodschap dat de christenen ketters waren die uitgeroeid moesten worden en de christenen kregen de boodschap dat de joden de moordenaars van Jezus waren geweest en men ieder contact met dit gehate volk diende te vermijden. Veelvuldig geciteerde bijbelpassages die de slechtheid van de joden onderstrepen zijn te vinden in Matteüs 27:25 (het bloed van Jezus komt over hen en hun kinderen) en Johannes 8:44 (joden zijn kinderen van de duivel). Wie op zoek gaat naar een tegenovergestelde boodschap kan deze ook vinden, b.v. in Romeinen 12:17-21 (vergeld geen kwaad met kwaad). Wie in de bijbel zoekt naar een passage voor het uitdragen van een mening vindt meestal wel iets. Of dit ook de gewenste betekenis heeft als de passage in context gelezen wordt is een heel andere kwestie.
De Nieuwe Bijbelvertaling, Oude Testament
Exodus 25: 31-40, ontwerp van de menora.
1 Koningen 6:1-38, koning Salomo bouwt de Eerste Tempel
Ezra 1:1-4, de Tweede Tempel wordt gebouwd
De Nieuwe Bijbelvertaling, Nieuwe Testament
Handelingen 6-7, frictie tussen christenen en joden
Matteüs 27:25, het bloed van Jezus komt over hen en hun nageslacht
Johannes 8:44, joden zijn kinderen van de duivel
Romeinen 12:17-21, vergeld geen kwaad met kwaad
Stof tot nadenken
De verering van God in een tempel in Jeruzalem wordt als iets typisch joods beschouwd. Al in Handelingen 7 (48-50) is te lezen dat de christenen niet geloven in een stenen gebouw waar God zou verblijven. Integendeel, de leden van de gemeente vormen de bouwstenen van een levende kerk, het huis van God. Hoewel dus niet van belang voor christenen, worden in het Nieuwe Testament wel verwijzingen gegeven naar een toekomstige tijd waarin er weer een tempel in Jeruzalem staat. In 2 Tessalonicenzen 4 schrijft Paulus dat voorafgaand aan de wederkomst van Christus eerst de wetteloze mens plaats zal nemen in de tempel van God. Ook in Openbaringen (11:1-2) wordt gesproken over de aanwezigheid van Gods tempel.
Over de locatie van de nieuw te bouwen tempel bestaat geen verschil van mening: deze dient op dezelfde plaats te komen als de eerdere tempels. De tempelberg is namelijk heilige grond; het gebied werd door koning David gekocht om er de tempel te bouwen en het was hier dat Abraham zijn zoon bijna geofferd had. Juist deze locatie maakt een herbouw van de tempel tot een omstreden zaak. Ook moslims maken aanspraak op deze plaats; vanaf hier maakte Mohamed zijn hemelreis. De Rotskoepel is naar zeggen over de exacte plaats heen gebouwd. Een klein stukje verder op de Tempelberg staat de Al-Aqsa moskee. Om de Derde Tempel te kunnen bouwen, zouden deze gebouwen afgebroken moeten worden. Aangezien de Tempelberg momenteel onder beheer valt van een islamitische organisatie, wordt hier uiteraard geen toestemming voor gegeven.
Vanwege het gebrek aan toestemming hebben in de loop van de tijd diverse personen geprobeerd de regie in eigen hand te nemen. In 1969 werd de Al-Aqsa moskee in brand gestoken door een Australische christen. In 1982 werd een Israëlische orthodoxe jood gearresteerd omdat hij plannen aan het beramen was voor het opblazen van de Rotskoepel. In 1983 wist de politie een aanval van joodse extremisten te verijdelen. Ook in 1984 werd een poging om de gebouwen op de Tempelberg op te blazen verijdeld.
Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn diverse groeperingen op het toneel verschenen (en soms ook weer verdwenen) die tot doel hebben om de Derde Tempel te herbouwen. Al tientallen jaren doen geruchten de ronde over voorbereidingen. Zo zou het Israëlische leger bij hun inval in Libanon in 1982 ook cederhout voor de nieuwe tempel hebben buitgemaakt. In 1990 werd in Jeruzalem een school voor tempelpriesters opgericht. Tot slot is de tempel niet compleet zonder de tempelschatten zoals de Ark des Verbonds en de Menora. Volgens sommige bronnen wordt nog gezocht naar deze voorwerpen, volgens andere bronnen zijn ze reeds in het bezit van de tempeloprichters en wordt alleen nog gewacht op het juiste moment om de eerste steen te leggen. Tot het zo ver is, zullen thriller auteurs spannende complotten bedenken.
Links
Recensie op Crimezone
De menora op Christipedia
De breuk tussen christenen en joden (pdf)
Is het Matteüs evangelie anti-joods?
De joodse tempel op Christipedia
De derde tempel op Wikipedia
Artikelen over de Tempelberg (Engelstalig)
Herbouw van de derde tempel op YouTube (Engelstalig)
Boeken met verwant thema
Menora - David Gibbins
De dodelijke zeerol - Lionel Davidson
Het goud van Herodes - Davis Bunn
Het boek der namen - Jill Gregory & Karen Tintori
Contract met God - Juan Gomez-Jurado
Het laatste testament - Sam Bourne