Titel: Menora
Auteur: David Gibbins
Oorspronkelijke titel: Crusader gold
Uitgeverij Mynx (www.mynx.nl)
Het verhaal
Archeoloog Jack Howard is in de Gouden Hoorn bij Istanbul op zoek naar schatten uit het roemruchte verleden van Constantinopel. Hij hoopt voorwerpen te vinden uit de tijd van de vierde kruistocht die in het water zijn gegooid bij de plundering van de stad in 1204. Zijn grootste wens is om de joodse tempelschatten, waaronder de menora, te vinden. De menora wordt niet vanonder de modder gehaald, een stukje van een vikingschip echter wel. Gebaseerd op een onverwachte ontdekking in Engeland wordt gespeculeerd over het lot van de menora. Wellicht dat vikingen dit heilige voorwerp hebben meegenomen en dat deze op een nu nog onbekende plaats wacht op ontdekking. Het team gaat aan de slag met zoeken naar meer informatie en het volgen van aanwijzingen. In het voetspoor van de vikingen reizen ze de halve wereld af, jagend op iets waarvan ze niet weten of het nog te vinden is. Een geheime orde die zelf al eeuwen op zoek is naar de menora kruist het pad van het team, met gruwelijke gevolgen. Wordt de menora gevonden en in wiens handen zal deze uiteindelijk vallen?
Bijbelse connectie
Het boek Menora heeft een relatie met de menora die door de Romeinen in Jeruzalem buit werd gemaakt bij het neerslaan van de Eerste Joodse Revolutie. Over die vier jaar durende oorlog wordt niets in de bijbel geschreven, omdat dit buiten de tijdspanne van de verhalen gaat. Waar genoeg over te vinden is, is de menora zelf, waarvan het ontwerp al dateert uit de tijd van Mozes. Tijdens de exodus kreeg hij van God zelf instructies over een heiligdom en de voorwerpen die er in geplaatst zouden moeten worden. De menora (in de bijbel aangeduid met lampenstandaard) moest van zuiver goud gemaakt worden en een schacht met zes zijarmen hebben, drie aan elke kant. De armen moesten versierd worden met amandelbloesem en kelken met knop en bloemblaadjes hebben.
Koning Salomo bouwde als eerste een tempel voor de eredienst. Deze werd vernietigd door de binnenvallende Babyloniërs. Nadat het joodse volk uit ballingschap was teruggekeerd, werd een nieuwe tempel gebouwd en ook weer ingericht conform de instructies die Mozes gehad had. Koning Herodes vergrootte deze Tweede tempel. Toen in 66 n.Chr. de joden in opstand kwamen tegen de Romeinse overheersing, werd hen de oorlog verklaard. Het duurde uiteindelijk vier jaar voor de Romeinen de overwinning behaalden. Het doek viel met de belegering van Jeruzalem en het steen voor steen afbreken van de Tweede tempel, een gebeurtenis die ook al door Jezus voorzegd was. De belangrijkste tempelschatten, waaronder ook de menora, werden door de Romeinen buitgemaakt en verscheept naar Rome.
De Nieuwe Bijbelvertaling, Oude Testament
Exodus 25: 31-40, ontwerp van de menora
1 Koningen 6,1-38, koning Salomo bouwt de Eerste Tempel
Ezra 1,1-4, de Tweede Tempel wordt gebouwd
De Nieuwe Bijbelvertaling, Nieuwe Testament
Matteüs 24:1-2, voorspelling van de vernietiging van de tempel
Stof tot nadenken
De Romeinen, onder leiding van Vespasianus en zijn zoon Titus, sloegen de Eerste Joodse Opstand hard neer. De vier jaar durende oorlog eindigde in 70 n.Chr. met de vernietiging van de tempel in Jerusalem. De schatten werden geroofd en de tempel steen voor steen afgebroken. De tempel stond vol goud en zilver, een welkome buit om de kosten van de oorlog mee te betalen. Niet alles werd echter omgesmolten tot geld, de belangrijkste attributen van de tempel, te weten de menora, de tafel van de toonbroden en de zilveren loftrompetten, werden intact gelaten en vervoerd naar Rome.
Gevangengenomen Joden werden gedwongen om samen met hun tempelschatten te paraderen door de straten van Rome. De boodschap was duidelijk, het joodse volk was tot in het hart getroffen en dat wat zij als het allerbelangrijkste voor het uitoefenen van hun godsdienst beschouwden was nu in bezit van Rome. Vespasianus liet de schatten in de Tempel van de Vrede plaatsen, samen met belangrijke objecten uit andere onderworpen landen. Iedereen kon een blik op de wereld werpen door middel van een bezoek aan de Tempel van de Vrede. De parade door de stad werd tien jaar later vereeuwigd op de boog van Titus, een monument wat nog steeds in Rome staat.
In 1996 en in 2003 kreeg het Vaticaan van Israëlische ministers het verzoek tot teruggave van de tempelschatten die in de kelders van het Vaticaan zouden liggen. Het Vaticaan ontkent tot op de dag van vandaag dat deze schatten daar zouden liggen en hebben dus niets teruggegeven. Echte harde bewijzen dat het Vaticaan de tempelschatten in bezit heeft zijn er niet. Er bestaan weliswaar middeleeuwse teksten die aangeven dat joodse pelgrims de schatten in het Vaticaan hebben gezien, maar diezelfde teksten bevatten ook beweringen waarvan heel duidelijk is dat ze onjuist zijn. Wellicht is de wens de vader van de gedachte geweest.
Omwille van de religieuze waarde van de tempelschatten zijn er al heel wat onderzoekers bezig geweest met het achterhalen van de locatie van deze schatten. Op een enkeling na die beweert dat de originele schatten in Israël zijn achtergebleven en slechts replica’s naar Rome werden verscheept, wordt aangenomen dat de schatten in Rome hebben gestaan tot de val van het Romeinse Rijk.
In 455 werd Rome geplunderd door de Vandalen die met schepen vol schatten wegvoeren naar hun thuisbasis Carthago. De tempelschatten werden niet omgesmolten, maar opgeslagen in het paleis van koning Genseric. Een mogelijke reden hiervoor was dat de Vandalen christelijk waren en de religieuze waarde van de schatten erkenden. De geloofsstroming van de Vandalen was het arianisme, een vorm die door de officiële kerk als ketterij was bestempeld, eerst tijdens het Concilie van Nicaea (325) en later nog een keer tijdens het Concilie van Constantinopel (381). De Vandalen lieten nagenoeg alle bisschoppen ombrengen of verbannen, hetgeen uiteindelijk leidde tot een aanval op bevel van de Byzantijnse keizer Justinianus.
In 533 voer generaal Belisarius naar Carthago en wist de Vandalen te verslaan. Koning Gelimer, die voorbereid was op problemen, had een schip klaarliggen in de haven van Hippo Regius en had de kapitein opdracht te geven om bij onraad met de schatten naar Spanje te varen. Zware winden dreven het schip echter steeds terug naar de kust en zo kon Belisarius de schatten, waaronder ook de tempelschatten, in handen krijgen en naar Constantinopel afvoeren. De oorlog met de Vandalen is uitgebreid beschreven door de Byzantijnse geschiedschrijver Procopius. Het verhaal van de tempelschatten eindigt met de terugkeer naar Jeruzalem. Keizer Justinianus was er van overtuigd geraakt dat de schat min of meer vervloekt was. Rome was geplunderd, Carthago was geplunderd en Constantinopel kon de volgende stad zijn. De tempelschatten moesten nog in hetzelfde jaar, 533, terug naar Jeruzalem om geen problemen meer te veroorzaken.
In het boek Menora wordt een iets andere geschiedenis aangehouden. Procopius noemt de tempelschatten namelijk niet bij naam, dus is het niet zeker of alle voorwerpen werden afgevoerd door de Vandalen en later overgebracht naar Constantinopel. Auteur David Gibbins laat de menora vanuit de Tempel van de Vrede overbrengen naar Constantinopel juist om uit handen van vijandige troepen te blijven. De menora zou ook niet met de andere tempelschatten zijn teruggegeven aan de kerken in Jeruzalem, maar in de stad gebleven zijn en uiteindelijk door de Varangiaanse Garde, de uit Vikingen bestaande lijfwachten van de Byzantijnse keizers, gestolen zijn en afgevoerd naar Europa.
Eén ding staat vast, tot op heden is de menora nog niet teruggevonden. Is deze rond 1042 uit Constantinopel gestolen door de Vikingen en afgevoerd naar Europa? Of is de menora weggevoerd toen de Perzen in 614 Jerusalem plunderden? De zoektocht gaat verder.
Links
Recensies op Crimezone.nl
Verzoek aan het Vaticaan om tempelschatten terug te geven (Engelstalig)
Arianisme op Wikipedia
De oorlog met de Vandalen op Wikipedia (Engelstalig)
Oorlog met de Vandalen door geschiedschrijver Procopius (Engelstalig)
Verovering van Jerusalem in 614 op Wikipedia (Engelstalig)
Boeken met verwant thema
Het goud van Herodes - Davis Bunn
De dodelijke zeerol - Lionel Davidson
De tempelcodex – Joel C. Rosenberg
Contract met God - Juan Gomez-Jurado
De verdwenen menora - Jan & Sanne Terlouw