dinsdag 14 februari 2012

De Julianus inscriptie – Gregg Loomis (2006)

Titel: De Julianus inscriptie
Auteur: Gregg Loomis
Oorspronkelijke titel: The Julian secret
Uitgeverij Karakter (www.karakteruitgevers.nl)

Het verhaal
In Spanje wordt de gepensioneerde CIA agent Don Huff vermoord. Zijn voormalig collega Lang Reilly wordt gevraagd om uit te zoeken wie hier achter zit. In eerste instantie lijkt het te draaien om het boek wat Huff aan het schrijven was en waarin hij de gangen naliep van een SS-officier. Was Huff deze man op het spoor en werd hem om die reden het zwijgen opgelegd? Al snel wordt duidelijk dat er wel een verband is met de SS-officier, maar dat het meer te maken heeft met de akties van deze man dan met de man zelf.
Terwijl Lang probeert het onderzoek van Huff te reconstrueren om zo te ontdekken wat kennelijk geheim moet blijven, wordt duidelijk dat iemand zijn gangen nagaat en zelfs pogingen doet om hem het zwijgen op te leggen.
De aanwijzingen die Lang vindt geven aan dat de SS-officier op twee plaatsen, het Vaticaan en de regio van de katharen in Frankrijk, op zoek was naar een geheim over Christus. Wat het ook is, het geheim bestaat kennelijk nog en er is een groep die dit met alles wat ze in hun macht hebben wil beschermen. Zal het Lang lukken om het geheim te achterhalen en dit avontuur te overleven?

Bijbelse connectie
Het boek De Julianus inscriptie heeft een relatie met de rol van Jezus als prediker, de relatie met de Romeinen en de veroordeling tot het kruis. De grote vraag is of de preken alleen over geloofszaken gingen, of dat de preken een aanzet waren tot een opstand tegen de Romeinse overheersers.
In het evangelie van Matteus wordt Jezus neergezet als een pacifist. Jezus zegt dat als iemand je slaat op de ene wang, je dan de andere wang moet toekeren. Ook spoort Jezus de mensen aan om hun vijanden lief te hebben. Bij de genezingen maakte Jezus geen onderscheid, ook een Romeinse centurion die om hulp vroeg voor zijn zieke slaaf werd verhoord. Als Jezus eenmaal gevangen is genomen wordt hij voor Pontius Pilatus geleid. Deze vraagt hem naar de betekenis van de titel Koning der Joden. In Johannes lezen we dat Jezus antwoord dat het niet om een koninkrijk op deze aarde gaat. Dat is reden genoeg voor Pontius Pilatus om hem nergens schuldig aan te bevinden. Onder druk van de hogepriesters en het volk wordt Jezus uiteindelijk wel tot de kruisdood veroordeeld.
Tegenover de teksten die een voor Romeinen ongevaarlijke Jezus beschrijven staan in het evangelie van Matteus teksten die een ander beeld oproepen. Matteus opent met de vermelding dat Jezus een afstammeling is van de koningen David en Salomo en er dus gezegd kan worden dat Hij uit een koninklijk geslacht komt. Dit suggereert dan ook meteen dat Jezus de wettige erfgenaam is van de troon van een joodse staat. Matteus schrijft vervolgens over Herodes, de lokale heerser van Juda, die schrikt als de magiërs uit het oosten hem vragen waar ze de pasgeboren koning der joden kunnen vinden. Zijn eigen schriftgeleerden wijzen naar Betlehem, want in de bijbel is voorzegt dat daar een leider van Israël vandaan zal komen. Vervolgens geeft Herodes opdracht om alle jongetjes tot twee jaar in de wijde omgeving van Betlehem om te brengen. Herodes ziet in Jezus een bedreiging van de vrede en Matteus wakkert dat verder aan door te verwijzen naar de uitspraak van Jezus dat Hij niet gekomen is vrede te brengen, maar het zwaard. De intocht in Jeruzalem sluit hierbij aan. Volgens Matteus kwam Jezus met opzet op een ezel aangereden, opdat de oude profetie van Zacharia in vervulling zou gaan. Zacharia had voorspeld dat de nieuwe koning op deze manier aan zou komen.

De Nieuwe Bijbelvertaling, Oude Testament
Zacharia 9:9-10, een nieuwe koning zal heersen over Israël

De Nieuwe Bijbelvertaling, Nieuwe Testament
Matteus 5: 39-45, heb je vijanden lief
Matteus 8:5-13, Jezus geneest de slaaf van een Romein
Johannes 18:29-38: Pontius Pilatus vindt geen schuld bij Jezus
Matteus 1:1-17, afstamming van Jezus
Matteus 2: 1-16, de nieuwe koning van Israël is geboren
Matteus 10:34, Jezus komt geen vrede brengen
Matteus 21:1-9: intocht in Jeruzalem conform de profetie

Stof tot nadenken
De titel van het boek verwijst naar keizer Julianus, de laatste niet-christelijke keizer van het Romeinse Rijk. Hoewel keizer Constantijn de Grote in 313 het christendom al tot officieel toegestane godsdienst had verklaard en dit vervolgens tot de dominante godsdienst uitgroeide, werd dit door zijn opvolger Julianus niet gesteund. Integendeel, hij probeerde de oude Romeinse godsdienst in ere te herstellen. Door een reeks van acties werden de christenen beknot in de uitoefening van hun godsdienst en in de hoop interne scheuringen te veroorzaken werden bisschoppen teruggehaald die eerder verbannen waren uit de kerk vanwege afwijkende geloofsopvattingen. De auteur van het boek heeft deze context gebruikt om een document op te laten duiken welke door Julianus gebruikt zou kunnen zijn om Jezus Christus en de geloofsstellingen van het christendom in diskrediet te brengen.
Ten tijde van Jezus was het land bezet door de Romeinen en het volk van Israël droomde al lang van vrijheid. Vrijheid die hen gebracht zou worden door een voorzegde messias. De Romeinen zorgden er wel voor dat de aangestelde lokale heersers hen goedgezind waren en stonden ook een zekere mate van godsdienstvrijheid toe zolang het overheerste volk zich maar rustig hield. De joodse elite en de joodse raad hielden de Romeinen graag te vriend en hadden er belang bij om extreme religieuze bewegingen de kop in te drukken.
In Johannes 11 (47-50) is dat duidelijk te lezen, omdat de joodse raad bezorgd is dat de acties van Jezus zullen leiden tot ingrijpen van de Romeinen met als gevolg vernietiging van de tempel en het joodse volk. Dat het volk geloofde dat Jezus de beloofde messias was, is te lezen in Lucas 24 (13-21) waar de Emmaus gangers verzuchten dat ze hadden gehoopt dat Jezus het land zou bevrijden.
Alle reden dus om aan te nemen dat de Romeinen de onruststoker Jezus zouden laten oppakken en terechtstellen. Niet-bijbelse bronnen vernoemen Jezus steeds als iemand die door de Romeinen als misdadiger is veroordeeld. Tacitus schrijft dat Pontius Pilates verantwoordelijk was voor de veroordeling. Ook Flavius Josephus schrijft over de veroordeling door Pontius Pilatus.
Als de Romeinen wel een rol van betekenis hadden gespeeld in de veroordeling van Jezus, waarom kon dat dan niet gewoon gezegd worden? Volgens filosoof en theoloog Hein Vergeer heeft dat alles te maken met de tijd en plaats van het eerste evangelie (dat van Marcus). Dit evangelie was geschreven nadat de Romeinen de opstand in Israël met harde hand hadden neergeslagen, de tempel was verwoest en een aantal tempelschatten naar Rome waren gebracht. De Romeinen in slecht daglicht stellen was geen optie. Nog veel minder een optie was bekennen dat Jezus als een misdadiger was veroordeeld. Veel van de nieuwe aanhangers van het christendom kwamen uit gegoede Romeinse kringen, die onmiddellijk zouden afhaken bij het idee dat de geloofsboodschap van een veroordeelde man kwam. De Romeinen uit het verhaal verwijderen en de dood van Jezus volledig koppelen aan de acties van de joodse raad behoorde ook niet tot de mogelijkheden, gezien te veel mensen wisten dat Jezus voor Pontius Pilatus had moeten verschijnen. De gulden middenweg was dus gevonden in het verhaal waarin Pontius Pilates onder grote druk van de joodse raad en het joodse volk Jezus ter dood brengt.
Was het in de eerste eeuwen na Christus nog van belang om historische feiten te onderdrukken, na tweeduizend jaar is dit van ondergeschikt belang geworden. In De Julianus inscriptie wordt een verbeten strijd gevoerd om een veroordeling van Jezus door Pontius Pilatus geheim te houden. Dat uitlekken hiervan het christendom op haar grondvesten zal doen schudden en de mensen van hun geloof zullen vallen komt niet erg realistisch over.

Links
Jezus in de leer bij Johannes de Doper
Jezus onder de Romeinen
Jezus wordt veroordeeld
Historische bronnen over Jezus (Engelstalig)
Jezus als oproerkraaier

Boeken met verwant thema
Het Messias mysterie - Andreas Eschbach
Het vuurevangelie - Michel Faber