vrijdag 2 november 2012

De broederschap – Daniel Easterman (1989)

Titel: De broederschap
Auteur: Daniel Easterman
Oorspronkelijke titel: The brotherhood of the tomb
Uitgever De Boekerij

Het verhaal
Al 2000 jaar beschermt de Broederschap van de Tombe het ware graf van Jezus Christus en het bijbehorende geheim. In die 2000 jaar is de broederschap geïnfiltreerd in allerlei hoge posities, inclusief het Vaticaan. Ze achten nu de tijd rijp om de macht over te nemen. De nietsvermoedende voormalig CIA agent Patrick Canavan is de eerste die in de weg staat. Hij weet echter aan zijn belagers te ontkomen en probeert te achterhalen met wie hij te maken heeft en wat ze willen. Een eerste aanwijzing komt van een bevriende priester die net voor hij sterft een aanwijzing geeft. Patrick zoekt contact met een lokale bisschop, niet wetend dat hij regelrecht in de handen van zijn vijand loopt. Opnieuw weet hij te ontsnappen, samen met een kapelaan die ook te veel weet. Op zoek naar antwoorden gaan ze naar Italië, eerst naar Venetië en daarna naar Rome. Nergens zijn ze veilig, steeds moeten ze vechten voor hun leven, terwijl ze proberen te ontrafelen wie de leden van de Broederschap zijn en hoe ze de macht willen overnemen. Een terugkerende stukje van de puzzel heeft te maken met het brengen van bloedoffers om God tevreden te stellen. Wiens bloed staat op het punt vergoten te worden en kan de Broederschap gestopt worden?

Bijbelse connectie
Het boek De broederschap heeft een relatie met de joodse traditie van het brengen van offers ter verzoening en met de kruisdood en graflegging van Jezus Christus.
Het brengen van offers aan God is het oudste gebruik in het geloof. De eerste keer dat dit genoemd wordt, is in Genesis, waar Kaïn een deel van zijn oogst offert en Abel een dier uit zijn kudde offert. In de loop van de tijd ontstaat een diversiteit aan offers. In Leviticus worden er diverse omschreven: het brandoffer, het graanoffer, het reinigingsoffer, het hersteloffer, het vredeoffer, het gelofteoffer en het wijdingsoffer. De offers dienen steeds ter verzoening met God. In de bijbel wordt echter op diverse plaatsen aangegeven dat het offer een beperkte waarde heeft. In Spreuken wordt er op gewezen dat oprechte daden meer betekenis hebben. Ook in Hosea staat te lezen dat liefde en vertrouwen in God meer waard zijn dan offers. Dat een offer niet alleen kan bestaan uit dieren of voedsel wordt duidelijk in Tobit; hulp bieden aan armen is ook een offer.
In de Nieuwe Testament is te lezen dat de joodse traditie wordt voortgezet van Matteüs tot en met Handelingen. Het brengen van offers in de tempel was een normale zaak. Evengoed lezen we ook hier al dat Jezus aangeeft dat het niet gaat om de offers, maar om barmhartigheid. In een gesprek met een schriftgeleerde wordt duidelijk dat naastenliefde meer betekent dan een offer. In het apocriefe Evangelie van de Ebionieten staat zelfs dat Jezus zegt dat hij gekomen is om de offers af te schaffen.
In de brieven van Paulus treedt de minder letterlijke invulling van het offer naar de voorgrond. In Romeinen lezen we dat de gemeente gevraagd wordt om zichzelf als levend offer in dienst van God te stellen. Het draait nu om de daden van de mensen. Het brengen van offers in de vorm van dieren of goederen verdween uiteindelijk geheel. In Hebreeën 10 is te lezen dat dit overbodig is geworden door de kruisdood van Jezus Christus.
De kruisdood staat beschreven in alle vier de evangeliën. Nadat Jezus door Pontius Pilates veroordeeld is, wordt Hij aan het kruis genageld. Nadat Jezus gestorven is, krijgt Jozef van Arimathea toestemming om het lichaam in zijn eigen graf te leggen. Om te voorkomen dat het lichaam wordt gestolen door volgelingen van Jezus, wordt het graf bewaakt door Romeinse soldaten. Drie dagen later wordt het graf echter leeg aangetroffen. In de periode daarna verschijnt Jezus aan velen alvorens ten hemel te varen.

De Nieuwe Bijbelvertaling, Oude Testament
Genesis 4:3-4, Kaïn en Abel brengen offers
Leviticus 6 en 7: de verschillende offers worden beschreven
Spreuken 21:3, eerlijk handelen gaat boven offeren
Hosea 6:6, liefde en vertrouwen gaan boven offers
Tobit 4:11, de armen helpen geldt ook als offer

De Nieuwe Bijbelvertaling, Nieuwe Testament
Matteüs 9:13: Jeuzs vraagt geen offers maar barmhartigheid
Marcus 12:28-34: de naaste liefhebben betekent meer dan offers
Romeinen 12: offer door te leven volgens Gods wil
Hebreeën 10: er zijn geen offers meer nodig.
Marcus 15:24-32, Jezus wordt gekruisigd
Lucas 23:50-56, Jezus wordt in het graf gelegd
Johannes 20:1-7, het graf wordt leeg aangetroffen
1Korinthiërs 15:1-7: Jezus verschijnt aan vijfhonderd mensen
Handelingen 1:9, Jezus vaart ten hemel

Apocriefen
Evangelie van de Ebionieten: Jezus is gekomen om de offers af te schaffen

Stof tot nadenken
In het christendom staat de kruisdood van Jezus gevolgd door de opstanding centraal. De bijbel vertelt ons nadrukkelijk dat het graf leeg was en dat Jezus daarna eerst aan zijn volgelingen verscheen en later ook aan anderen.
Het mysterie van het lege graf werd lange tijd aanvaard zoals het was, maar naarmate de mens een meer wetenschappelijke instelling kreeg, werd het voor velen steeds moeilijker om te aanvaarden dat iemand uit de dood kan opstaan. De letterlijke opstanding wordt dan vervangen door een spirituele opstanding: Jezus stierf aan het kruis, werd begraven en zijn lichaam bleef in het graf. De argumenten die hiervoor aangevoerd worden is dat in de oudste teksten van de bijbel, de brieven van Paulus, niet wordt gerept over het lege graf. Paulus stelt de boodschap van Jezus centraal en spreekt heel weinig over Jezus als persoon. Paulus gaat uitgebreid in op de opstanding van Jezus, zonder dit aan te nemen is het geloof volgens hem zinloos. In antwoord op vragen over de opstanding van de doden antwoord hij heel duidelijk dat de stoffelijke mens zal overgaan in een geestelijke mens (1 Korintiërs 15). Sommige theologen lezen hierin dat de opstanding niet letterlijk genomen dient te worden. De opstanding is als het opkomen van een plant uit een zaad. Dat zaad blijft in de grond en vergaat uiteindelijk, terwijl boven de grond de plant voor iedereen zichtbaar is.
De passages over een stoffelijk en geestelijk lichaam worden aangegrepen om aan te geven dat het verhaal van het lege graf een ingreep was van de evangelisten en alleen bedoeld om de opstanding kracht bij te zetten. Als het lege graf onderdeel zou zijn van de vroegste christelijke traditie zou Paulus dit toch wel genoemd hebben?
Een tegenargument is dat Paulus de gemeenschappen onderwees middels zijn brieven en daarbij niet inging op zaken die boven iedere twijfel verheven waren. Dat hij niet schrijft over het lege graf is geen bewijs dat er geen leeg graf was.

In 2007 werd met veel omhaal de vondst van het graf van Jezus aangekondigd. Geen leeg graf deze keer, maar een graf waarin traditionele beenderenkistjes waren aangetroffen met daarop inscripties met de namen van Jezus en een aantal familieleden. De vondst van het graf komt vreemd over, aangezien de Heilige Grafkerk in Jeruzalem aanspraak maakt op de locatie van het graf. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze locatie pas in de vierde eeuw werd aangewezen omdat men feitelijk niet wist waar het graf zich bevond. Nadat het christendom tot staatsgodsdienst was verheven door keizer Constantijn, ging zijn moeder Helena op reis naar het Heilige Land, op zoek naar relieken en de locaties uit het leven van Jezus. Hierbij deed ze opgravingen op een plaats waar volgens zeggen een Romeinse tempel over een christelijke plaats van verering was gebouwd. Deze tempel werd afgebroken en Helena vond hier het kruis waar Christus aan gestorven was alsmede zijn rotsgraf (leeg uiteraard). Op deze plaats werd in 326 de Heilige Grafkerk gebouwd.
Het feit dat men niet wist waar het graf van Jezus zich bevond, heeft ook tot de nodige discussies geleid. Voorstanders van een leeg graf geven aan dat het bij de joden en daarmee ook de eerste christenen niet ongebruikelijk was om samen te komen bij de graven van profeten. Dat staat ook te lezen in Matteüs 23:29. In het geval van Jezus was het graf leeg en had een bijeenkomst daar weinig zin; om de opstanding te gedenken hoefde je niet naar het graf, daar was letterlijk niets meer. Tegenstanders geven aan dat de eerste christenen omwille van de vervolgingen nooit openlijk bij het graf zouden kunnen samenkomen; het was gewoon te gevaarlijk. Het antwoord daarop is dan weer dat er inderdaad geen uitgebreide diensten konden plaatsvinden, maar dat individuen gemakkelijk het graf konden bezoeken voor een stil gebed. De locatie zou dan mondeling worden doorgegeven en er zouden altijd mensen zijn die wisten waar ze moesten zijn. Echter er is geen enkele referentie naar de exacte locatie overgeleverd.
De opstanding maakte van het lege graf een plek waar een stukje geschiedenis had plaatsgevonden, maar waar je niet heen hoefde voor verering. De dode was immers opgestaan.
Een graf wat niet leeg is roept nog een moeilijkheid op, immers als het lichaam er nog wel had gelegen, zou het voor de tegenstanders van de christenen heel gemakkelijk zijn om deze beweging effectief de kop in te drukken. De apostelen verkondigden de boodschap van de opstanding, als men het lichaam uit het graf haalde en door de straten van Jeruzalem zou slepen, was het onmiddellijk gedaan met de geloofwaardigheid van deze boodschap. Er wordt vaak gesuggereerd dat de apostelen het lichaam hebben meegenomen en op een geheime plaats hebben herbegraven. De zogenaamde tombe van Jezus ligt echter gewoon in Jeruzalem en de kans is extreem klein dat niemand iets gemerkt zou hebben van gesleep met een lijk door de nacht, van heimelijke activiteiten bij een graf en dat niemand ondanks vervolging en martelingen dit geheim zou hebben prijsgegeven.

Links
Theologische kanttekening bij de opstanding
Argumenten voor de opstanding van Christus
Het lege graf als verzinsel
Theologische ondersteuning van de opstanding (Engelstalig)

Boeken met verwant thema
Het Golgotha dossier - Philipp Vandenberg
De zaak van het verdwenen lichaam - Kel Richards
Codex Constantijn - Paul Maier
Het volmaakte relikwie – Michael Byrnes