vrijdag 27 december 2013

De verdwenen menora – Jan en Sanne Terlouw (2013)

Titel: De verdwenen menora
Auteur: Jan Terlouw en Sanne Terlouw
Uitgeverij De Kring (www.uitgeverijdekring.nl)

Het verhaal
Een priester wordt vermoord in de kathedraal van Den Bosch. In zijn huis wordt het lichaam van zijn eveneens vermoorde huishoudster gevonden. Ben, de zoon van de priester en Simone, de dochter van de huishoudster slaan de handen ineen op zoek naar het antwoord op de vraag waarom hun ouders werden gedood. Het eerste onderzoek wijst op een oud document waarin het lot van de menora uit de tempel van Jeruzalem wordt beschreven. De speurders gaan verder waar de politie zonder echte aanwijzingen is blijven steken. Er lijken twee partijen in het spel te zijn, een joodse beweging die herbouw van de tempel voor ogen staat en een katholieke splintergroepering met anti-joodse instelling. Lukt het Ben en Simone om het spoor van de menora te volgen nadat deze door de Romeinen naar Rome werd gebracht en komen ze er dan ook achter wie verantwoordelijk is voor de moorden of zullen ze het volgende slachtoffer zijn?

Bijbelse connectie
Het boek De verdwenen menora heeft een relatie met de tempelschatten, de verwoesting van de tempel van Jeruzalem, de breuk tussen joden en christenen en de herbouw van de tempel.
Tijdens de exodus uit Egypte werd Mozes door God zelf geïnstrueerd over een te bouwen heiligdom en de voorwerpen hierin. Eén van deze voorwerpen was de menora, een gouden kandelaar met een schacht en zes armen, drie aan iedere kant. Ten tijde van Mozes diende een tent als heiligdom. Koning Salomo bouwde als eerste een stenen tempel, in Jeruzalem. Deze tempel werd verwoest door de Babyloniërs en de joden werden in gevangenschap afgevoerd. Nadat ze bevrijd waren door de Perzen en mochten terugkeren naar hun land, werd een tweede tempel gebouwd. Deze tempel werd door koning Herodes verder uitgebouwd en in 70 na Christus verwoest door de Romeinen als antwoord op de joodse opstand. De Romeinen haalden de tempel leeg en vervoerden de schatten, waaronder de menora, naar Rome. Hier werden ze eerst in een triomftocht aan het volk getoond en daarna tentoongesteld in een speciaal gebouw. De triomftocht werd uitgebeeld op de boog van Titus, die nog steeds te zien is in Rome.
De eerste christenen waren joden die trouw bleven aan de joodse wetten. Steeds meer christenen hadden echter een andere achtergrond en de frictie tussen joden en christenen nam steeds meer toe. In Handelingen lezen we dat de christelijke leider Stefanus voor de hogepriester moet verschijnen vanwege een klacht over godslastering. In zijn weerwoord vertelt Stefanus dat de joden een fout hebben begaan door Jezus niet als messias te erkennen en erger nog, door Hem te laten veroordelen en kruisigen. Op last van de hogepriester werd Stefanus tot dood door steniging veroordeeld en ging zo de geschiedenis in als eerste christelijke martelaar. In de navolgende eeuwen werd de kloof alleen maar groter; beide partijen veroordeelden elkaar. De joodse gemeenschap kreeg de boodschap dat de christenen ketters waren die uitgeroeid moesten worden en de christenen kregen de boodschap dat de joden de moordenaars van Jezus waren geweest en men ieder contact met dit gehate volk diende te vermijden. Veelvuldig geciteerde bijbelpassages die de slechtheid van de joden onderstrepen zijn te vinden in Matteüs 27:25 (het bloed van Jezus komt over hen en hun kinderen) en Johannes 8:44 (joden zijn kinderen van de duivel). Wie op zoek gaat naar een tegenovergestelde boodschap kan deze ook vinden, b.v. in Romeinen 12:17-21 (vergeld geen kwaad met kwaad). Wie in de bijbel zoekt naar een passage voor het uitdragen van een mening vindt meestal wel iets. Of dit ook de gewenste betekenis heeft als de passage in context gelezen wordt is een heel andere kwestie.

De Nieuwe Bijbelvertaling, Oude Testament
Exodus 25: 31-40, ontwerp van de menora.
1 Koningen 6:1-38, koning Salomo bouwt de Eerste Tempel
Ezra 1:1-4, de Tweede Tempel wordt gebouwd

De Nieuwe Bijbelvertaling, Nieuwe Testament
Handelingen 6-7, frictie tussen christenen en joden
Matteüs 27:25, het bloed van Jezus komt over hen en hun nageslacht
Johannes 8:44, joden zijn kinderen van de duivel
Romeinen 12:17-21, vergeld geen kwaad met kwaad

Stof tot nadenken
De verering van God in een tempel in Jeruzalem wordt als iets typisch joods beschouwd. Al in Handelingen 7 (48-50) is te lezen dat de christenen niet geloven in een stenen gebouw waar God zou verblijven. Integendeel, de leden van de gemeente vormen de bouwstenen van een levende kerk, het huis van God. Hoewel dus niet van belang voor christenen, worden in het Nieuwe Testament wel verwijzingen gegeven naar een toekomstige tijd waarin er weer een tempel in Jeruzalem staat. In 2 Tessalonicenzen 4 schrijft Paulus dat voorafgaand aan de wederkomst van Christus eerst de wetteloze mens plaats zal nemen in de tempel van God. Ook in Openbaringen (11:1-2) wordt gesproken over de aanwezigheid van Gods tempel.
Over de locatie van de nieuw te bouwen tempel bestaat geen verschil van mening: deze dient op dezelfde plaats te komen als de eerdere tempels. De tempelberg is namelijk heilige grond; het gebied werd door koning David gekocht om er de tempel te bouwen en het was hier dat Abraham zijn zoon bijna geofferd had. Juist deze locatie maakt een herbouw van de tempel tot een omstreden zaak. Ook moslims maken aanspraak op deze plaats; vanaf hier maakte Mohamed zijn hemelreis. De Rotskoepel is naar zeggen over de exacte plaats heen gebouwd. Een klein stukje verder op de Tempelberg staat de Al-Aqsa moskee. Om de Derde Tempel te kunnen bouwen, zouden deze gebouwen afgebroken moeten worden. Aangezien de Tempelberg momenteel onder beheer valt van een islamitische organisatie, wordt hier uiteraard geen toestemming voor gegeven.
Vanwege het gebrek aan toestemming hebben in de loop van de tijd diverse personen geprobeerd de regie in eigen hand te nemen. In 1969 werd de Al-Aqsa moskee in brand gestoken door een Australische christen. In 1982 werd een Israëlische orthodoxe jood gearresteerd omdat hij plannen aan het beramen was voor het opblazen van de Rotskoepel. In 1983 wist de politie een aanval van joodse extremisten te verijdelen. Ook in 1984 werd een poging om de gebouwen op de Tempelberg op te blazen verijdeld.
Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn diverse groeperingen op het toneel verschenen (en soms ook weer verdwenen) die tot doel hebben om de Derde Tempel te herbouwen. Al tientallen jaren doen geruchten de ronde over voorbereidingen. Zo zou het Israëlische leger bij hun inval in Libanon in 1982 ook cederhout voor de nieuwe tempel hebben buitgemaakt. In 1990 werd in Jeruzalem een school voor tempelpriesters opgericht. Tot slot is de tempel niet compleet zonder de tempelschatten zoals de Ark des Verbonds en de Menora. Volgens sommige bronnen wordt nog gezocht naar deze voorwerpen, volgens andere bronnen zijn ze reeds in het bezit van de tempeloprichters en wordt alleen nog gewacht op het juiste moment om de eerste steen te leggen. Tot het zo ver is, zullen thriller auteurs spannende complotten bedenken.

Links
Recensie op Crimezone

De menora op Christipedia
De breuk tussen christenen en joden (pdf)
Is het Matteüs evangelie anti-joods?
De joodse tempel op Christipedia
De derde tempel op Wikipedia
Artikelen over de Tempelberg (Engelstalig)
Herbouw van de derde tempel op YouTube (Engelstalig)

Boeken met verwant thema
Menora - David Gibbins
De dodelijke zeerol - Lionel Davidson
Het goud van Herodes - Davis Bunn
Het boek der namen - Jill Gregory & Karen Tintori
Contract met God - Juan Gomez-Jurado
Het laatste testament - Sam Bourne

woensdag 31 juli 2013

Kinderen van het kwaad – Garfield Reeves-Stevens (1987)

Titel: Kinderen van het kwaad
Auteur: Garfield Reeves-Stevens
Oorspronkelijke titel: Children of the shroud
Uitgeverij De Boekerij

Het verhaal
Een journaliste wordt benaderd door een priester om informatie over de laatste stand van zaken op het gebied van celbevruchting. Aanleiding is de biecht van een wetenschapper die net voor zijn dood vertelt dat hij zich bezig hield met het klonen van mensen. De experimenten in zijn vruchtbaarheidskliniek waren niet alleen technische erg vooruitstrevend, maar ook bijzonder opmerkelijk. Het door hem gebruikte DNA was afkomstig van bloed op de Lijkwade van Turijn. Reden voor de kerk om op zoek te gaan naar de verwekte kinderen die, mocht de Lijkwade echt zijn, als nakomelingen van Christus beschouwd kunnen worden en mogelijk zelfs bepaalde krachten zouden kunnen bezitten.
Net als het duo de aantekeningen van de wetenschapper wil gaan doorzoeken in de hoop de kinderen te achterhalen, worden alle dossiers bij een inbraak gestolen. Met de weinige documenten die ze reeds in bezit moeten ze proberen verder te komen. Hierbij blijkt al snel dat er nog een partij is die de kinderen wil vinden, om ze vervolgens te laten verdwijnen. Zal het lukken om de waarheid omtrent de experimenten te achterhalen of verdwijnen de kinderen en daarmee het bewijs spoorloos?

Bijbelse connectie
Het boek Kinderen van het kwaad heeft een relatie met de ontberingen, de kruisdood, de begrafenis en opstanding van Jezus Christus. In de bijbel kunnen we lezen dat Jezus door Pontius Pilatus veroordeeld werd tot de kruisdood. Alvorens naar het kruis gebracht te worden, liet hij Jezus eerst geselen. Op weg naar het kruis krijgt Jezus een doornenkroon op het hoofd gedrukt. Jezus wordt aan het kruis genageld en nadat Hij gestorven is, wordt Zijn zijde met een speer doorboord om Zijn dood met zekerheid vast te stellen.
Nadat Jezus van het kruis was gehaald, werd Hij door Jozef en Nicodemus in een linnen doek gewikkeld en in het rotsgraf gelegd. Na drie dagen treft men het graf leeg aan, op de linnen doek na.

De Nieuwe Bijbelvertaling, Nieuwe Testament
Marcus 15:15, Jezus wordt gegeseld
Matteüs 27:29, Jezus krijgt een doornenkroon opgezet
Johannes 19:34, de zijde van Jezus wordt met een speer doorboord
Lucas 24:12, Petrus vindt alleen nog het linnen in het verder lege graf

Stof tot nadenken
Toen in 1898 de lijkwade voor het eerst werd gefotografeerd was eindelijk duidelijk te zien wat er precies op het lange linnen doek was afgebeeld. Men zag het lichaam van een man met een baard die verwondingen had die mogelijk door een geseling waren ontstaan, die iets met scherpe punten op het hoofd had gehad, die gekruisigd was en die met een scherp voorwerp in de zijde was gestoken. Kortom, precies de afbeelding die overeenkwam met de ontberingen die Jezus Christus geleden had vanaf de veroordeling. De lijkwade bevat feitelijk twee lagen, eerst was er het bloed en daaroverheen werd de lichaamsafbeelding gevormd. Opvallend detail was dat het bloedpatroon op de lichaamsafbeelding zat, alsof het bloed als eerste met het doek in contact was gekomen en de afbeelding daaroverheen gelegd was. Als het om een vervalsing zou gaan was dit wel een heel vreemde volgorde voor een kunstenaar; het is logischer om eerst het lichaam af te tekenen en dan, als duidelijk is waar het hoofd, de romp en de ledematen zich bevinden, de bloedsporen aan te brengen.
Initieel onderzoek leek er op te wijzen dat het bloedpatroon niet gevormd was door bloed, maar door een loodhoudende verfstof. Dit werd mede ingegeven door de kleur, die na eeuwen nog steeds rood was. Normaal gesproken kleurt gedroogd bloed bruin in de loop van de tijd. Nader onderzoek wees toch op echt bloed. De kleur kon verklaard worden door te stellen dat het niet om zuiver bloed ging, maar om vocht uit stollende wonden met een hoog gehalte bilirubine. Zulke hoge gehaltes kunnen het gevolg zijn van malaria, maar ook van zware fysieke ontberingen, zoals geseling en kruisiging. Verder onderzoek wees uit dat het bloed van type AB was en er werd zelfs wat DNA aangetroffen.
De vondst van DNA op de lijkwade van Turijn is voor mening reli-thriller schrijver de basis geweest om een spannend verhaal neer te zetten. Welke unieke eigenschappen zijn te vinden in het DNA van Jezus?
In 2005 publiceerde Dean Hamer een boek over het God-gen, waarin hij beweerde dat religie niet alleen cultureel bepaald werd, maar in de genen zat. De conclusies waren gebaseerd op een onderzoek waarin DNA profielen van vrijwilligers vergeleken weden met hun antwoorden in een interview over hun spirituele leven. Personen met een actief spiritueel leven bleken vaker dan de anderen het VMAT2 gen te hebben.
Het al dan niet bestaan van een god-gen is een controversieel onderwerp, waar tot op de dag van vandaag nog steeds artikelen over verschijnen. Atheïsten beweren dat godsdienst aangeleerd is, sommige onderzoekers beweren het tegenovergestelde namelijk dat atheïsme het afleren van de aangeboren religieuze instelling is. Men probeert het geloof in een hogere macht te verklaren vanuit de evolutie theorie; klaarblijkelijk heeft het voordelen gehad voor het voortbestaan van de mensheid om gelovig te zijn. Het kan ook zijn dat het gelovig zijn een bijproduct is van een andere hersenontwikkeling, zoals bijvoorbeeld het kunnen leggen van verbanden of inschatten van situaties.
Als de verbinding met God in de genen vastligt, dan mag je aannemen dat dit bij Jezus bijzonder sterk aanwezig was. Genen isoleren uit het bloed van de lijkwade en er vervolgens mee gaan manipuleren kan spectaculaire gevolgen hebben. Laat het maar aan de fantasie van schrijvers over om hier wat van te maken.

Links
Religieus fanatisme is genetisch bepaald
Het God-gen op Wikipedia (Engelstalig)
Geloof wel of niet tussen de oren
Ontwikkeling van geloof in de genen
Geloof niet genetisch bepaald, omgeving wel

Boeken met verwant thema
Het Golgotha dossier - Philipp Vandenberg
Het Sindone complot - Julia Navarro
De achtste zonde - Philipp Vandenberg
In Zijn naam - Sam Christer
Kloon – Robin Cook

vrijdag 7 juni 2013

De Petrus akte – Andreas Englisch (1998)

Titel: De Petrus akte
Auteur: Andreas Englisch
Oorspronkelijke titel: Die Petrusakte
Uitgeverij Strengholt's Boeken

Het verhaal
Als de jonge priester Vincenzo arriveert in het kleine dorp Ariccia, kan hij niet vermoeden dat de rust op het punt staat om verstoord te worden. Aanleiding is een mysterieus boek, die door Marion, een Duitse architecte die in het kasteel van het dorp woont, moet worden vertaald. Zij ziet in het boek, waarvan de auteur onbekend is, zulke grote parallellen met haar eigen leven dat ze op zoek gaat naar antwoorden. Eén van die antwoorden zou te vinden zijn in een onbekende graftombe in de kerk van het dorp. Samen met de priester vindt ze inderdaad een dichtgemetselde muur en nadat ze deze opengebroken hebben vinden ze een kapel met afbeeldingen van Simon de Tovenaar en in het midden een grafkist. In de bijbel wordt niet gerept over de dood van Simon, maar in een apocrief geschrift, de Handelingen van Petrus, wordt er uitgebreid op ingegaan en wordt Ariccia letterlijk genoemd.
Met het openen van het graf lijkt ook de geest uit de fles, want er gebeuren vervolgens vreemde dingen, alsof Simon rondwaart in het dorp. Vincenzo en Marion gaan op zoek naar antwoorden, maar er komen alleen vragen bij. Als Marion verdwijnt, moet Vincenzo zijn uiterste best doen om het mysterie te ontrafelen en Marion terug te vinden alvorens ze wordt terechtgesteld door mensen die echt geloven dat Simon de Tovenaar bezit van haar heeft genomen. Wat is hier waarheid en kan de priester Marion redden van de dood?

Bijbelse connectie
Het boek De Petrus akte heeft een relatie met de ontmoetingen van de apostelen met Simon de Tovenaar. De eerste ontmoeting, beschreven in de bijbel, vindt plaats in het Heilige Land. De tweede ontmoeting, beschreven in een apocrief verhaal, vindt plaats in Rome.
In Handelingen lezen we dat de apostel Filippus naar Samaria gaat en daar veel wonderen verrichtte. Hij trekt daarmee de aandacht van een zekere Simon, die bekend staat als magiër en met zijn toverkunsten de bevolking onder de indruk had gekregen. Simon bekeert zich tot christen en blijft daarna in de buurt van Filippus, die later gezelschap krijgt van Petrus en Johannes. Ook deze apostelen verkondigen de boodschap van Christus en door handopleggingen ontvangen de mensen de heilige Geest. Zeer onder de indruk hiervan biedt Simon geld om deze gave ook te krijgen. Petrus veegt hem de mantel uit en geeft Simon te verstaan dat zijn gedrag verfoeilijk is en dat hij geen deel kan uitmaken van de zendingsmissie.
In de apocriefe Handelingen van Petrus wordt verder verteld over Simon de Tovenaar. Deze zou zijn vertrokken naar Ariccia, een plaats dicht bij Rome. In Rome verkondigde hij dat hij gezonden was door God en met de vele wonderen die hij deed, kreeg hij steeds meer volgelingen. Niet alleen genas hij mensen, ook vloog hij door de lucht, waardoor zijn nieuwe volgelingen overtuigd waren van zijn band met God. In opdracht van God werd Petrus naar Rome gestuurd. Hier treft hij Simon de Tovenaar en begint een krachtmeting. Petrus verricht een aantal wonderen, ontmaskert Simon als leugenaar en weet een aantal volgelingen terug te winnen. Simon gaat in de tegenaanval en belooft dat hij ten teken van zijn band met God door de lucht zal vliegen. Op het aangekondigde tijdstip heeft zich een menigte verzameld en zien ze Simon opstijgen en rondvliegen. Petrus smeekt God om Simon te laten neerstorten en zijn been te laten breken. Prompt stort Simon neer, breekt zijn been en wordt door de menigte gestenigd en voor dood achtergelaten. In de nacht brengen enkele van zijn helpers hem terug naar Ariccia, waar hij na een operatie overlijdt.

De Nieuwe Bijbelvertaling, Nieuwe Testament
Handelingen 8: de apostelen ontmoeten Simon de Tovenaar

Apocriefen
Handelingen van Petrus

Stof tot nadenken
Aan het eind van de vierde eeuw kwam er een eind aan het proces om tot een goedgekeurde bijbel te komen. In de loop van de eeuwen waren talloze verhalen op schrift gesteld en de nog jonge kerk wilde dat in iedere gemeenschap dezelfde leringen verkondigd zouden worden en hetzelfde beeld van Jezus zou bestaan. Na veel discussie werden 4 evangeliën, 1 verhandeling, 21 brieven en 1 openbaring tot onderdeel van de bijbel verklaard. Deze zouden allemaal tot stand gekomen zijn door goddelijke inspiratie. Alle andere geschriften werden onder de noemer apocrief ondergebracht, wat wil zeggen dat zij niet als waar mochten worden beschouwd. Sommige geschriften werden hierbij totaal afgewezen, andere mochten gelezen worden zolang ze maar niet voor waar werden aangezien. De apocriefe verhalen waren vaak zeer populair en tenzij verboden (wat vooral voor gnostieke geschriften gold), werden ze vaak gebruikt voor afbeeldingen in kerken of op schilderijen.

Om op de lijst met goedgekeurde documenten te komen, werden diverse criteria opgesteld:
  • Datering: het geschrift moest gebaseerd zijn op verhalen van personen die Jezus gekend hadden. Een ooggetuige verslag was het meest waardevol, maar ook verhalen die gebaseerd waren op dit soort verslagen voldeden aan het criterium. Dit speelde b.v. een rol bij het evangelie van Lucas, waar hij in de proloog schrijft dat hij zijn verslag heeft gebaseerd op overleveringen van tijdgenoten van Jezus.
  • Orthodox: theologisch gezien moest het geschrift in overeenstemming zijn met de christelijke traditie zoals die door de apostelen was overgeleverd
  • Apostolisch: het geschrift moest afkomstig zijn van de apostelen of van hun directe medewerkers (zoals b.v. Markus die voor Petrus werkte).
  • Algemeen aanvaard: het geschrift moest reeds in gebruik zijn in alle kerken.
Door toepassing van bovenstaande criteria werden veel geschriften buiten de bijbel gehouden. Op basis van de datering en lokaal gebruik werden veel handelingen en brieven die aan een specifieke apostel waren toegekend uitgesloten. De Handelingen van Petrus zouden in de tweede helft van de tweede eeuw tot stand zijn gekomen en daarmee niet voldoen aan het criterium van de datering. Ook was dit geschrift onbekend buiten Italië, waar in plaats van de verering van Petrus en Paulus voor andere apostelen gekozen was. Het was niet ongebruikelijk om een lokaal belangrijke apostel te voorzien van een levensverhaal waarbij alle goede eigenschappen uitvergroot werden en werd benadrukt hoe belangrijk iemand was voor de christelijke gemeenschap ter plaatse. Hoe die verhalen precies tot stand kwamen is niet bekend. Duidelijk is wel dat gebruik werd gemaakt van bestaande overleveringen, waardoor de verhalen aansloten bij de algemeen gebruikte geschriften. Hoeveel van de apocriefen werkelijk afwijken van de waarheid is niet meer vast te stellen, omdat er ontzettend veel documenten uit de eerste eeuwen na Christus verloren zijn gegaan. Met het opstellen van criteria konden de vroegere kerkvaders tot op zekere hoogte het kaf van het koren scheiden, maar het was zeker geen proces met een honderd procent zekere uitkomst. Reli-thriller schrijvers benutten deze onzekerheid door geschriften of bewijzen te laten opduiken die aantonen dat bepaalde apocriefen wel degelijk als waar beschouwd mogen worden. Meestal is dit dan een waarheid die niet strookt met de theologische boodschap en komt er een broederschap in actie om de bewijzen te vernietigen. Gezien het grote aantal apocriefen is dit een nagenoeg onuitputtelijke bron voor schrijvers.

Links
Recensie op Crimezone

Simon de Tovenaar op Wikipedia
Kritische noot over de Simon verhalen
De Handelingen van Petrus op Wikipedia
Tekst van de Handelingen van Petrus (Engelstalig)
Apocriefen van het Nieuwe Testament op Wikipedia
Totstandkoming van het Nieuwe Testament

Boeken met verwant thema
Het vuurevangelie - Michel Faber

maandag 8 april 2013

Het geheim der Katharen –Gregg Loomis (2012)

Titel: Het geheim der Katharen
Auteur: Gregg Loomis
Oorspronkelijke titel: The Cathar secret
Uitgeverij Karakter (www.karakteruitgevers.nl)

Het verhaal
Een jongetje in Amerika heeft last van nachtmerries over gebeurtenissen die hij nooit zelf kan hebben meegemaakt. Het heeft er alle schijn van dat hij zich iets herinnert van wat een overleden persoon heeft meegemaakt. Een op aandacht gerichte journaliste schrijft een verhaal waarin ze rept over reïncarnatie. In zijn vorige leven zou het jongetje een joodse gevangene uit een concentratiekamp zijn geweest. Het verhaal trekt de aandacht van meerdere partijen die ieder zo hun eigen motieven hebben om meer te weten te komen. Eén van die partijen maakt deel uit van het Vaticaan, waar reïncarnatie wordt gezien als een ketterse gedachte die uitgeroeid moet worden. Als vervolgens blijkt dat er oude manuscripten bestaan die lijken te duiden op eeuwenoude kerkelijke censuur van dit onderwerp, wordt de strijd om dit uit de openbaarheid te houden erg grimmig. Lang Reilly ziet zich tegenover verschillende vijanden geplaatst terwijl hij probeert het leven van zijn ontvoerde buurjongetje veilig te stellen. Zal hij slagen in zijn missie?

Bijbelse connectie
Het boek Het geheim der Katharen heeft een relatie met het geloof in reïncarnatie, het opnieuw geboren worden van de ziel in een nieuw lichaam. Diverse gnostieke bewegingen, zoals de Katharen, geloofden in deze wedergeboorte. Omdat de christelijke kerk dit als ketters afdeed, probeerden ze dit geloof met wortel en tak uit te roeien.
Christenen die tegen reïncarnatie zijn, halen diverse bijbelteksten aan waaruit blijkt dat er geen sprake is van een fysieke wedergeboorte. In Hebreeën staat onder andere het volgende: het is de mensen beschikt éénmaal te sterven en daarna volgt het oordeel. Een andere bijbeltekst die worden aangehaald in dit verband is te lezen in Prediker, waarin gesteld wordt dat de geest wederkeert tot God. Andere argumenten tegen reïncarnatie, maar wel voor incarnatie zijn te vinden in de woorden van Christus. Diverse malen spreekt Hij over de periode vóór zijn aardse leven, niet over een vorig leven, maar een toestand voor hij zijn menselijke gedaante aannam. Dit aannemen van de menselijke gedaante wordt nogmaals beschreven in Filipenzen 2: 6-7.
Het meest aangehaalde verhaal is wel het gesprek tussen Christus en Nikodemus. Christus stelt dat een wedergeboorte nodig is om het koninkrijk Gods te kunnen zien. Hierop vraagt Nikodemus of een mens dan voor een tweede maal fysiek geboren kan worden. Het antwoord hierop is heel duidelijk nee. De wedergeboorte is een geestelijke aangelegenheid, die niets van doen heeft met reïncarnatie.
Tegenstanders van bovengenoemde christelijke argumenten voeren een aantal zaken op die er juist wel op zouden duiden dat reïncarnatie niet strijdig is met het geloof. Ten eerste wordt gesteld dat het geloof in reïncarnatie in de tijd van Christus wijd verbreid was en het niet aannemelijk is dat Christus er zelf niet in geloofde. Omdat het zo'n gangbaar en door iedereen gedeeld geloof was, werd er weinig over gesproken. In Johannes vinden we een duidelijke aanwijzing voor dit geloof, als de discipelen aan Jezus vragen of de blind geboren man gestraft is voor een zonde die begaan is nog voor hij geboren was. Jezus antwoord dat hier geen sprake van is, maar corrigeert de gedachtegang ook niet. Nog een mogelijke aanwijzing wordt gevonden in Marcus, waar Christus vraagt wie men denkt dat hij is. Zijn discipelen antwoorden met Elia, Johannes de Doper of andere profeten. In dit verband wordt ook verwezen naar Matteüs, waar over de terugkeer van Elia wordt gesproken. Deze zou zijn wedergekeerd als Johannes de Doper.

De Nieuwe Bijbelvertaling, Oude Testament
Prediker 12:5-7, de geest keert terug tot God

De Nieuwe Bijbelvertaling, Nieuwe Testament
Hebreeën 9:27, het oordeel volgt op het sterven
Filipenzen 2:6-7, Jezus nam een menselijke gedaante aan
Johannes 3:1-13, Jezus vertelt Nikodemus over de wedergeboorte
Marcus 8:27, Jezus vraagt wie men denkt dat hij is
Johannes 9:1-3, is zonde de reden voor blind geboren worden
Matteüs 17:10, Elia is wedergekeerd als Johannes de Doper

Apocriefen
Brief van de apostelen, bij de opstanding keert de ziel terug naar het eigen lichaam

Stof tot nadenken
De reïncarnatie filosofie gaat er van uit dat ieder mens een ziel bezit, welke het lichaam verlaat op het moment van sterven. De ziel heeft de mogelijkheid om weer opnieuw geboren te worden in een nieuw stoffelijk lichaam, de reïncarnatie. Voornaamste doel hiervan is om fouten gemaakt in een vorig leven te herstellen. Voor de meeste christenen is reïncarnatie regelrecht in tegenspraak met het geloof; na ons sterven blijft het lichaam op aarde en neemt de ziel intrek bij de Heer (2 Korintiërs 5:1-10). Na de wederkomst van Jezus zal de ziel opnieuw intrek nemen in het eigen lichaam.
De voornaamste reden waarom reïncarnatie omstreden is in het christelijke geloof zou liggen in de wens van de kerk om macht uit te oefenen over haar leden. Mensen zouden gemakzuchtig worden in hun geloofsbeleving en kunnen denken dat ze nog genoeg levens voor zich hebben om hun fouten te herstellen. Tijdens het concilie van Nicea in 325 zou daarom de bijbel ingrijpend veranderd zijn. Alle passages over reïncarnatie zouden zijn geschrapt en de boodschap werd dat je slechts één leven had om je taken te vervullen. Hierna volgde het oordeel en afhankelijk daarvan de hemel of de hel. Ook tijdens het tweede concilie van Constantinopel in 553 zouden leringen met betrekking tot reïncarnatie nogmaals veroordeeld zijn. Meer specifiek zou het hier gegaan zijn om bepaalde opvattingen van kerkvader Origenes, die de theorie aanhing van pre-existentie van de zielen. God had nog voor de schepping van de aarde een aantal zielen gecreëerd die in de loop der tijd in meerdere of mindere mate afvallig werden. De meest afvallige zielen werden volgelingen van Satan, de eerste afvallige. Minder afvalligen werden geïncarneerd in mensen en zij die niet afvallig waren werden de engelen. Mening aanhanger van de reïncarnatieleer verwijst naar Origenes; zijn geschriften over reïncarnatie zouden echter na het concilie in 553 vernietigd zijn. Het is twijfelachtig of Origenes deze leer wel aanhing, gezien hij in één van de wel bewaarde commentaren juist stelling neemt tegen reïncarnatie; dit is strijdig met de christelijke leer.

Vanwege de veronderstelde onstoffelijkheid van de ziel en de wereld van het hiernamaals, lijkt het bij voorbaat onmogelijk om hier wetenschappelijk onderzoek naar te doen. Niets is minder waar, onderzoek is wel degelijk mogelijk en kan tot conclusies leiden indien goed uitgevoerd. Professor Ian Stevenson wordt beschouwd als autoriteit op het gebied van goed gefundeerd wetenschappelijk onderzoek naar reïncarnatie. Hij heeft ruim 2000 gevallen van vermeende reïncarnatie onderzocht en gedocumenteerd. Op basis van zijn onderzoek kon Stevenson een aantal patronen benoemen. Enkele voorbeelden zijn:
  • spontane herinneringen aan vorige levens komen het vaakst voor bij kinderen tussen de twee en vier jaar oud
  • de herinneringen betreffen vaak privé-gebeurtenissen die bij slechts weinigen bekend waren
  • er is soms sprake van fobieën die terug te voeren zijn op gebeurtenissen in het vorige leven
  • er kan sprake zijn van vaardigheden die niet in het huidige leven zijn opgedaan
Naar aanleiding van zijn uitgebreide onderzoeken is Stevenson tot de voorzichtige conclusie gekomen dat voor een aantal gevallen momenteel geen betere theorie te formuleren is dan die van de reïncarnatie.

Het gegeven dat mensen zich zaken kunnen herinneren die ze niet in hun huidige leven hebben opgedaan, werd tot nu toe altijd verklaard met behulp van de theorie van de reïncarnatie. Er lijkt echter nog een verklaring mogelijk.
Deze verklaring komt voort uit het onderzoek naar de kwantumfysica, de samenhang van alles in het universum. Hier is sprake van een veld, het nulpuntenergieveld, waarin alle ervaringen en alle herinneringen uit het hele universum vastgelegd zijn. Dit concept komt overeen met de Akasha Kronieken, reeds genoemd in eeuwenoude Indiase filosofie. Akasha is het Sanskriet woord voor ether en duidt op de alom aanwezige informatie; alles wat is gebeurd en nog zal gebeuren wordt vastgelegd in deze kronieken.
Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk om een verbinding te krijgen met de informatie uit de Akasha Kronieken. In een staat van veranderd bewustzijn, waarbij de hersenen in de alfa-modus opereren in plaats van in de beta-modus, komt de verbinding tot stand. In die toestand kunnen we ervaringen en herinneringen van anderen herbeleven alsof we er zelf bij waren. Dat kinderen zoveel vaker herinneringen aan vorige levens hebben wordt verklaard uit het feit dat hun hersengolven tot een leeftijd van ongeveer vijf jaar voornamelijk in de alfa-modus opereren en zij daardoor gemakkelijk in staat zijn om de verbinding met de Akasha Kronieken te krijgen. De herinneringen die hierin zijn opgeslagen kunnen zo levendig overkomen, dat het lijkt alsof een vorig leven herbeleeft wordt. Dit staat daarmee los van reïncarnatie, waarbij de ziel van een overledene voortleeft in een nieuw lichaam.
De theorie van het nulpuntenergieveld duidt wel op onsterfelijkheid, echter niet via het reïncarneren van de ziel, maar via het opslaan van al onze gegevens in de Akasha Kronieken, alwaar het klaarligt om uitgelezen te worden door eenieder die na ons komt. Opslag van alle daden van de mensheid wordt ook in de bijbel genoemd. In Openbaringen 20:12 kunnen we lezen dat er boeken bestaan die alle details van iemands leven bevatten en die gebruikt zullen worden voor het laatste oordeel. Ook Psalmen 69:29 noemt dit boek van het leven.

Uitspraken van kerkvaders in de eerste eeuwen tonen duidelijk aan dat er groeperingen waren die geloofden in reïncarnatie. Steeds weer was het commentaar van deze kerkvaders dat het hier om een dwaalleer gaat die bestreden dient te worden. In de loop der eeuwen streed de kerk regelmatig tegen sekten die deze leer aanhingen, waaronder ook de Katharen. Liefhebbers van samenzweringstheorieën zullen ongetwijfeld beweren dat voor de kerk belastende bewijzen door talloze inquisities verwijderd zijn en eventueel nog overgebleven documenten onmiddellijk aanzetten tot actie. Afwezigheid van bewijzen over de reïncarnatieleer is een bewijs op zich geworden.

Links
Katholieke encyclopedie over reïncarnatie (Engelstalig)
Christelijke visie op reïncarnatie
Reïncarnatie verzwegen door de kerk?
Tweede concilie van Constantinopel op Wikipedia
Opvattingen van Origenes op Wikipedia(Engelstalig)
Akasha kronieken op Wikipedia
Kerkvaders over reïncarnatie (Engelstalig)
De Katharen en hun geloofsopvatting op Wikipedia

Boeken met verwant thema
De tweede verlosser - Tomas Ross

zondag 20 januari 2013

De achtste zonde – Philipp Vandenberg (2008)

Titel: De achtste zonde
Auteur: Philip Vandenberg
Oorspronkelijke titel: Die achte Sünde
Uitgeverij Karakter (www.karakteruitgevers.nl)

Het verhaal
Lukas Malberg, een antiquair uit München, gaat naar Rome om een boekverzameling op te kopen. Als hij bij een vroegere klasgenote, Marlene, langs gaat, treft hij haar dood in de badkuip aan. Als hij later teruggaat naar het appartement blijkt de voordeur verborgen te zijn achter metselwerk, alsof alle sporen aan het bestaan van Marlene uitgewist moeten worden. Malberg gaat op onderzoek uit en komt al snel in de problemen, omdat hij door de politie gezocht wordt als verdachte. Samen met een journaliste die hoopt een mooi verhaal op het spoor te zijn probeert hij meer te weten te komen over Marlene. Al snel is duidelijk dat er sprake is van connecties met hoge functionarissen van het Vaticaan. Diezelfde hoge functionarissen lijken betrokken te zijn bij duistere zaken, waarvan de informatie met hulp van veel zwijggeld stil wordt gehouden. Wie niet zwijgt wordt genadeloos afgemaakt. De duistere zaken houden verband met de lijkwade van Turijn en een voorspelling uit Openbaringen, maar iedere keer als Malberg denkt meer te weten te kunnen komen, sterven er mensen en moet ook hij vrezen voor zijn leven. Als hij benaderd wordt door een geheimzinnige broederschap vraagt hij zich af of het een valstrik is, of een kans om eindelijk te achterhalen wie er achter de dood van Marlene zit en wat de lijkwade daar mee te maken heeft. Het wordt een zaak op leven of dood.

Bijbelse connectie
Het boek De achtste zonde heeft een relatie met de veroordeling, de kruisdood, de begrafenis en de opstanding van Jezus Christus. De bijbel beschrijft tot in detail de laatste dagen van Jezus en de sporen die de gebeurtenissen nalaten op Zijn lichaam. Allereerst was er de geseling, gevolgd door de kroon van doornentakken, de kruisiging en tot slot de steek van de speer. Na de kruisafname wordt Jezus in linnen gewikkeld en in het rotsgraf van Jozef van Arimatea gelegd. Vervolgens wordt er een steen voor gerold en wordt het graf bewaakt door Romeinse soldaten om te voorkomen dat het lichaam door de discipelen meegenomen zou worden.
Over wat er tussen de graflegging en de ontdekking van het lege graf gebeurt zegt de bijbel niets. Hoe de opstanding zich precies voltrekt is een groot mysterie en wordt vastgesteld doordat getuigen het graf leeg aantreffen en doordat een engel de opstanding verkondigt. In het graf is alleen het linnen doek nog te vinden.

De Nieuwe Bijbelvertaling, Nieuwe Testament
Marcus 15:15-20, Jezus wordt gegeseld en krijgt een doornenkroon
Johannes 19: 16-34, Jezus wordt gekruisigd en met een lans doorboord
Matteüs 27: 57-60, Jezus wordt in linnen gewikkeld in het graf gelegd
Lukas 24:1-12, in het lege graf ligt alleen het linnen nog
Matteüs 28:1-7, bij het lege graf verkondigt een engel de opstanding
Johannes 20:5-8, in het lege graf liggen alleen de linnen doeken

Apocriefen
Het evangelie van Petrus: engelen openen het graf en Jezus loopt er uit
Het evangelie van Nicodemus: het graf is leeg op de linnen doeken na

Stof tot nadenken
De lijkwade van Turijn deed haar intrede in Europa in 1355, mogelijk meegenomen vanuit Constantinopel, waarvan bekend is dat er tussen 944 en 1204 een lijkwade werd vereerd. Hoewel het Vaticaan al sinds 1578 de hoeder van de lijkwade was, is ze pas officieel eigenaar sinds 1983. Het formele standpunt t.a.v. de lijkwade is dat deze niet echt is, maar dat het een middeleeuws kunstwerk is waarvan de waarde vooral gelegen is in de ondersteuning van het geloof. Toen de lijkwade in het voorjaar van 2010 aan het publiek werd tentoongesteld zijn er ruim 2 miljoen bezoekers geweest. Dit hoge aantal geeft de fascinatie voor het linnen doek wel weer. Een fascinatie die wat het Vaticaan betreft intact blijft, gezien ze geen onderzoeken meer toestaat. Dit standpunt was voor Mark Heirman aanleiding om in 2012 een boek te schrijven met de intrigerende titel Wie is er bang voor de lijkwade van Turijn.
Al direct na de verschijning van de lijkwade in Europa werd de echtheid onderwerp van discussie. Als dit dan toch zo’n belangrijk voorwerp was, waarom wordt het dan in de bijbel niet als zodanig benoemd? Buiten de vermelding van de vondst van het linnen in het verder lege graf worden er geen woorden aan besteed. Volgens Heirman kan de verklaring hiervoor simpel zijn. De eerste christenen hielden nog strikt vast aan joodse geboden, o.a. het gebod op afbeeldingen. Een andere reden kan zijn dat de lijkwade niet als zodanig werd gezien. Jezus was immers opgestaan, dus een lijkwade was het niet meer en bovendien, waarom nog iets met het doek willen doen als Jezus in eigen persoon aan je verschijnt?
Sinds de lijkwade werd gefotografeerd, in 1898, en het negatiefbeeld hiervan zoveel duidelijker was dan het vage beeld op het doek zelf, hebben talloze onderzoekers zich er mee beziggehouden. Er zijn talloze theorieën over hoe de afbeelding heeft kunnen ontstaan. Geen van deze theorieën zijn tot nu toe bewezen, het mysterie blijft onopgelost. Door verder onderzoek niet meer toe te staan wordt het vinden van een verklaring zeer zeker vertraagd. De stelling van Heirman is dat het Vaticaan het liefst ziet dat de lijkwade een vervalsing is en mogelijk bereid is gebleken om het koolstofdateringsonderzoek te manipuleren zodat de uitkomst zou wijzen op een middeleeuwse vervalsing. Feit is wel dat het proces van het verzamelen van de monsters voor onderzoek fraudegevoelig was. In bijzijn van diverse vertegenwoordigers van de laboratoria waar de onderzoeken zouden plaatsvinden werd een reepje stof van de rand van de lijkwade geknipt. In plaats van deze ter plekke in de monsterbuisjes te doen en te verzegelen, werden ze door kardinaal Ballestrero en Michael Tite, directeur van het British Museum, meegenomen naar een aangrenzende kamer. Wat er achter de gesloten deuren heeft plaatsgevonden zullen we waarschijnlijk nooit weten. Beide heren stellen uiteraard dat ze niets anders hebben gedaan dan de monsters van de lijkwade en de controlemonsters afkomstig van diverse oude kleden in de buisjes steken. Is het toeval dat de uitslag van de koolstofdatering samenvalt met de verschijning van de lijkwade in Europa?
Heirman stelt de vraag wat het Vaticaan te vrezen heeft van een echte lijkwade in plaats van een middeleeuwse vervalsing. Het antwoord hierop ligt in de dogma’s over kruisdood en opstanding. Eén van de theorieën die de afbeelding poogt te verklaren gaat uit van een proces waarbij een reactie plaatsvindt tussen de balsem op het lichaam en het linnen doek. Cruciaal element in deze theorie is dat er warmte nodig is voor de reactie; warmte afkomstig van een levend lichaam. Als deze theorie zou kloppen, zou het betekenen dat Jezus niet aan het kruis stierf, maar nog zeker een aantal uren in het graf in leven was en misschien zelfs in het graf niet overleed. De kruisdood en herrijzenis uit de dood staan dan opeens op losse schroeven.
Een andere theorie gaat ook uit van een reactie tussen het lichaam en het linnen, maar nu juist veroorzaakt doordat van het gestorven lichaam stoffen vrijkwamen die het gevolg zijn van ontbinding. Met deze theorie is de kruisdood veiliggesteld, maar het beeld van een ontbindend lichaam past weer niet bij een herrijzenis waarbij Jezus nog wel de wonden van de kruisiging had, maar er verder normaal uitzag.
Heirman betoogt dat het Vaticaan zich heeft verloren in details en de kruisdood en opstanding te veel als letterlijke gebeurtenissen wil zien; een denktrant die heel erg past bij de tegenwoordige mens die alles wetenschappelijk correct verwoord wil zien en de bewijzen op tafel gelegd wil krijgen. Dat was niet de denkwereld van de mensen uit de tijd van Jezus. Voor hen was er geen verschil tussen dood of dood lijkend en wie zwaar gehavend in een graf wordt gelegd en daar dan drie dagen later uit opstaat is uit de doden herrezen, ongeacht of dat naar onze moderne inzichten medisch wel of niet correct is.
In 325 werd tijdens het concilie van Nicea de geloofsbelijdenis opgesteld:
Ik geloof in één God, de almachtige Vader, Schepper van de hemel en de aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen.
En in één Here Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader voor alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God; geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader; door Hem zijn alle dingen geworden.
Ter wille van ons mensen en van ons behoud is Hij neergedaald uit de hemel en vlees geworden door de Heilige Geest uit de maagd Maria en is een mens geworden. Hij is ook voor ons gekruisigd onder Pontius Pilatus, heeft geleden, is begraven. Op de derde dag is Hij opgestaan overeenkomstig de Schriften. Hij is opgevaren naar de hemel, zit aan de rechterhand van de Vader en zal in heerlijkheid weerkomen om te oordelen de levenden en de doden. En zijn rijk zal geen einde hebben.

Tot op de dag van vandaag kunnen we vasthouden aan deze belijdenis, omdat hierin het lijden, de kruisiging, de graflegging en de opstanding worden beschreven zonder de toevoeging van enig detail. Deze belijdenis is tijdloos. Het is juist de moderne instelling, die om tot achter de komma te willen weten hoe, wat en waar iets plaatsvond die de belijdenis in gevaar brengt. Door geloofswaarheden te willen ondersteunen met wetenschap, kan het zomaar gebeuren dat diezelfde wetenschap het tegenovergestelde bewijst. Aanvankelijk leek het erop dat onderzoek naar de lijkwade het geloof van bewijs zou kunnen voorzien. Later werd dit minder vanzelfsprekend en daarom heeft het Vaticaan het onderzoek gestaakt. Liever geen enkele uitkomst dan een minder gunstige uitkomst.
Voor de gelovigen maakt het niet uit, de lijkwade kan zich onverminderd verheugen in een enorme belangstelling en brengt mensen in contact met Jezus, of het doek nu echt is of niet.

Links
De lijkwade van Turijn op Wikipedia
Verslagen van lijkwade tentoonstellingen (Engelstalig)
De reis van de lijkwade
Onderzoeken aan de lijkwade

Boeken met verwant thema
Het Golgotha dossier - Philipp Vandenberg
Het Sindone complot - Julia Navarro
In Zijn naam - Sam Christer
Kinderen van het kwaad – Garfield Reeves-Stevens
Kloon – Robin Cook